Aan het einde van het millennium werd het einde van de wereld verwacht. De mensen zagen voortekens in zonsverduisteringen, overstromingen en komeetverschijningen. Maar uiteindelijk gebeurde er niets. Het jaar 1000 vertelt de verhalen van deze middeleeuwers, over hun dagelijks leven en hun verwachtingen van de millenniumwisseling.
Deze tekst vond ik bij de aankondiging van een nieuw tentoonstelling in het museum in Leiden. De tentoonstelling belicht de periode 900-1100 - de tijd waarin overigens ook de zeven vrije kunsten werden verdiept door Gerbert van Aurillac.
Van Gerbert wordt wel gezegd dat hij als geleerde zijn tijd ver vooruit was. Hij schreef een reeks boeken over het onderwijs, waarin hij het quadrivium, de vier wetenschappen rekenkunde (arithmetica), meetkunde (geometria), muziek (musica) en astronomie (astronomia), meer nadruk gaf in de zeven vrije kunsten. https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Silvester_II
De Ottoonse Renaissance was een beperkte renaissance tijdens de regeringen van de eerste drie keizers van het ottoonse dynastie: Otto I (936–973), Otto II (973– 983) en Otto III (983-1002)
De dynastie die we de Ottonen (919-1024) zijn gaan noemen, bestaat uit Heinrich I, Otto I, Otto II, Otto III en Heinrich II. De belangrijkste heerser is Otto I (912-973) die daarom Otto de Grote wordt genoemd. Maar voor de Byzantijnse invloed in het Westen zijn Otto II en Otto III belangrijker geweest. Otto II trouwde in het jaar 972 met de Byzantijnse prinses Theophanu. Toen Otto II elf jaar later al stierf, was zijn zoontje Otto III pas drie jaar oud. Zijn moeder werd tot haar dood in 991 regentes.
Wanneer je het evangeliarium van Otto III ziet, dan zie je overduidelijk de Byzantijnse invloed.
Het intrigeert, ook de personificaties van de provincies Roma , Gallia , Germania en Sclavinia
Alle vier zijn ze rijkelijk gekroond en gekleed in prachtig versierde gewaden, en ze zijn ook blootsvoets en met lang, los haar afgebeeld - Roma en Gallia zijn donkerharig en hebben een huidskleur, terwijl Germania en Sclavinia blond en een lichte huidskleur hebben.
Dit wereldberoemde handschrift werd verluchtigd door de monniken van de abdij in Reichenau en bevindt zich tegenwoordig in de Bayerische Staatsbibliothek in München.
Sommige onderzoekers verwijzen naar de Ottoonse Renaissance als de verbinding met de Byzantijnse , laatantieke en Karolingische kunst tijdens de 10e en 11e eeuw, die politiek aanzienlijk werden beïnvloed door de Ottoons . De Ottoonse Renaissance komt vooral tot uiting in de architectuur en de goudsmeedkunst door het gebruik van spolia en in de verlichting. In de basiliek van San Vitale schitteren duizenden steentjes je tegemoet. De talloze vroegchristelijke en Byzantijnse mozaïken tonen dat Ravenna niet alleen de hoofdstad was van het west-Romeinse Rijk, maar ook een belangrijke voorstad van het Byzantijnse Rijk. Ravenna is de stad van de mozaïeken, veel paleizen en heiligdommen zijn nu kerken. Het kunstmuseum van Ravenna met haar eeuwenoude kunst gelardeerd met moderne kunst vertelt dat Dante Alighieri, een beroemde Italiaanse dichter, in Ravenna is overleden in 1321. Zijn graftombe staat in een klein, eenvoudig gebouw in Ravenna, naast de kerk van San Francesco. Dante was verbannen uit Florence en uiteindelijk in Ravenna zijn werk kunnen afmaken. Hij is vooral bekend van zijn Divina Commedia (Goddelijke Komedie), die uit drie delen bestaat: Hel, Louteringsberg en Paradijs. Het werk aan de graftombe begon in 1780 en twee jaar later was de klus geklaard. Boven de ingang staat de tekst DANTIS POETAE SEPVLCRVM, “de tombe van de dichter Dante”
Ravenna (Italie) de smeltkroes van Europa, vormde de spil vormde tussen oost en west. Judith Herrin heeft hier veel onderzoek naar gedaan en ziet tussen de hoge venstens in het schip en de zuilengalerij van de basiliek aldaar wereldberoemde fresco's uit de Ottoonse tijd. Een bekend kunstwerk is b.v. ook het Essenkruis, de oude camee van een theatermasker met de afbeelding van Medusa - wellicht is zij het iconografische symbool voor het overwonnen kwaad - In 1001 vond er een Romeinse volksopstand plaats tegen de keizer, waardoor Otto en Gerbert werden gedwongen om naar Ravenna te vluchten. Otto ondernam twee vruchteloze pogingen om de controle over de stad te herwinnen en stierf tijdens een derde poging in 1002. Gerbert keerde spoedig terug naar Rome, hoewel de rebellerende edelen aan de macht bleven. Hij stierf kort daarop en werd begraven in Sint-Jan van Lateranen.
Tussen 900 en 1100 ontstaat een ‘Nederland’ dat nu nog herkenbaar is, met dijken om ontgonnen land, een burcht na elke rivierbocht en kerktorens aan de horizon. Daarvoor moet je iets weten van het tijdperk dat historici de Ottoonse Renaissance noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten