Pagina's

23-12-2019

Byzantijnse kunst

De iconografie van ikonen is afgeleid van de Byzantijnse vormentaal. Niet alleen aspecten van Byzantijnse, maar ook van Russische ikonen werden later vertaald in de West-­Europese kunst. Soms werden panelen verdiept, geprepareerd en verguld, lijsten met verf gesuggereerd in de voorstelling. De weg hiertoe was reeds voorbereid door de kruisvaarders. Globalisering avant la lettre.

De artistieke invloed van ikonen strekte zich uit over Italië, de Nederlanden, Frankrijk en Duitsland. 

Een golf van bewondering moet er door het Westen voelbaar zijn geweest. Het contact tussen de oosterse en westerse cultuur kende zijn weerga niet. Culturen in beide werelden veranderden langzamerhand definitief, eerst in de hoogste kringen, later in de andere lagen van de bevolking. Ook in wetenschap, muziek, poëzie, kleding en decoratieve kunsten vond er een interessante vernieuwing plaats. 

Volg de link als je interesse hebt in de beweging die de Zuidelijke Nederlanden volgden en ook Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hans Memling, Hugo van der Goes in Italië deze kunsten bewonderden. 


De Byzantijnse techniek konden de Vlaamse Primitieven niet volledig doorgronden. Ze hebben haar bovendien op een andere manier geïnterpreteerd. 


                                                    Jan van Eyck - Madonna bij de fontein

Sporen van middeleeuwse mystiek vinden wij terug in de zinnebeeldige betekenis van het schilderij. De besloten tuin (hortus conclusus) en de fontein (fons sigillatus), waarvan de oorsprong in het Hooglied van Salomon ligt, werden gebruikt als symbolen van Maria's maagdelijk moederschap. In de compositie vormen zij het verbindingsteken tussen aarde en hemel, tussen het rijk van de stof en het rijk van de geest. 

De Byzantijnse kunst is vrijwel volkomen gericht op religie. Byzantijnse (ikonen) kunst werd via handel en veroveringen naar Italië en Sicilië gebracht, waar ze in licht gewijzigde vorm tot de 12e eeuw standhield en een belangrijke bijdrage leverde aan de kunst van de  Italiaanse renaissance. Aangezien het Rijk een voortzetting was van het (oost) Romeinse Rijk was het Latijn de officiële taal van het ambtelijke apparaat en het keizerlijke hof. Dit bleef zo tot de 6e eeuw, toen het werd vervangen door het Grieks (volgens sommige historici was dit het echte begin van het Byzantijnse Rijk). Zodoende werd het Grieks steeds meer gebruikt in alle lagen van de bevolking. Het Grieks (Ελληvικά) is een talenfamilie van de Indo-Europese talen. Het Koinè (grieks) was een van de voertalen van het oostelijke deel van de Middellandse Zee , de belangrijkste taal van het oostelijke deel van het Romeinse Rijk en de taal waarin het Nieuwe Testament is geschreven.  Het Koinè werd van Massalia in het westen, het huidige Marseille in Frankrijk, tot in het noorden India in het oosten gesproken en geschreven. 

De naam voor het Byzantijnse rijk werd voor het eerst gebruikt door Europese historici uit de zestiende eeuw. Wanneer Europeanen uit de middeleeuwen of uit de renaissance spraken over 'Griekse kunst' en cultuur bedoelden zij hetzelfde als wat wij tegenwoordig Byzantijns noemen.

Tijdens het bewind van keizer Justinianus I was het rijk op z'n grootst. De invloed reikte in het noordoosten tot de Krim en de Balkan ten zuiden van de Donau, in het westen via Italië tot het zuidoostelijke deel van het Iberische schiereiland, inclusief de hele Noord-Afrikaanse kust en in het oosten tot noordelijk Mesopotamië.

In de loop der tijden werden de Byzantijnen teruggedrongen tot het kleine gebied rond Constantinopel - eerst door de Arabieren, vervolgens door de Slaven en Bulgaren en tenslotte door de druk van de Kruistochten (vanaf het eind van de 11e tot de 13e eeuw) tot Constantinopel in 1453 werd ingenomen door de Turken. Het Byzantijnse Rijk was gevallen en Constantinopel werd de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk onder de naam Istanbul.

Byzantijnse kunst heeft met miniaturen en ivoorsnijkunst een sterke invloed op de religieuze kunst van West-Europa gehad. Zo is de 13e en 14e-eeuwse schilderkunst van Italië er sterk door beïnvloed. Na de val van het rijk is Byzantijnse kunst, architectuur en het orthodoxe geloof levensvatbaar gebleven in de Balkan en Rusland en ontstond in het Westen meer en meer vroegchristelijke kunst. 

De geschiedenis en kunst van het Byzantijnse Rijk is verweven met het oude Rome, Griekenland, de westerse middeleeuwen en de Islam en vormt zo de spil waar oost en west samenkomen.Vanwege een erfenis van heidense, klassieke en oosterse kunst, en het verfijnde decoratieve repertoire van de Islam wordt de Byzantijnse kunst gekenmerkt door een inventieve, originele stijl. Je zou zelfs kunnen spreken van een mengcultuur; er is immers sprake van twee rijken naast elkaar.  Het oostelijke met Byzantium (=Constantinopel) als middelpunt en het westelijke met Rome als middelpunt. Beide rijken groeien totaal uit elkaar en worden geheel verschillend! De tweedeling vindt men ook terug in de taal: in het westen was Latijn de voertaal; in het oosten Grieks. Door de ligging waren er vele handelsbetrekkingen met West-Europa, het Arabische Rijk en Centraal Azië. De zijderoute was een belangrijke oorzaak voor de enorme welvaart en groei in deze regio.

De Byzantijnse cultuur is, zoals je nu begrijpt, van grote invloed geweest op de Renaissance, met name in Italië. Het erfgoed van dit enorme rijk is tenslotte van grote betekenis geweest op onze Westerse cultuur, maar evenzo op die in het Midden-Oosten en uiteraard op de Ottomaanse cultuur.

Maria is de meest afgebeelde en bezongen vrouw in de Christelijke kunst. In de Orthodoxe kerk
wordt Maria Theotokos, de Moeder Gods (letterlijk ‘de Godbarende’) genoemd. Met deze kwalificatie wordt aangegeven dat zij niet alleen de moeder van Jezus van Nazareth is, maar ook de moeder van Christus, de Zoon van God, zoals dat tijdens het eerste concilie van Efeze in 431 is vastgesteld. 

het proto-evangelie van Jakobus.
Het boek bevat het ooggetuige-verslag van Jakobus de Mindere, de stiefbroer van Jezus en heeft als doel de verheerlijking van de Moeder Gods en het benadrukken van haar reinheid. Het verhaal
over de zwangerschap van haar moeder Anna laat zien, hoe zij onbevlekt werd ontvangen, d.w.z. niet met de erfzonde belast. In de Russisch-orthodoxe kerk zijn veel iconografieën van gebeurtenissen
uit het leven van de Moeder Gods sterk gebaseerd op verhalen uit dit evangelie van Jakobus. 

De Byzantijnse kunst is vooral bekend om haar iconen (Het woord betekent: “ware afbeelding”.) Voor het Ikonen schilderen is het Oerbeeld van belang en essentieel voor het wezen van de icoon. 

Nieuwe ikonen tonen vaak heldere en felle kleuren. Die kleuren hebben veel oude ikonen al na zo’n jaar of 100 verloren door het verdonkeren van de olielaag waar ze door werden beschermd. Pas na een restauratiebeurt komen de oorspronkelijke transparante kleuren weer te voorschijn. Het Griekse woord Eikon, betekent ‘beeld’ of ’gelijkenis’. Toch wil een ikoon niet alleen maar een beeld of portret zijn, maar ook een ‘deel van het wezen’ van wie afgebeeld is, weergeven. Een ikoon stelt present: een ikoon doet een afgebeelde figuur aanwezig zijn in het hier en nu.

Bij het schilderen van iconen was de iconenschilder zich sterk bewust van de tradities van het schilderen en was in principe niet vrij de eigen verbeeldingskracht te gebruiken, zoals kunstenaars in het Westen. De ikonen schilder was ook niet geïnteresseerd in de werkelijkheid, maar wilde een beeld weergeven uit een onzichtbare en spirituele wereld. Een wereld waar de wetten van logica en perspectief niet gelden.




De Byzantijnse kunst werd veel toegepast in de vroegchristelijke kerken met het aanbrengen van religieuze mozaïeken en later fresco’s en iconen. In de Byzantijnse schilderkunst werden heiligen veelvuldig afgebeeld en voor gelovigen waren deze schilderingen objecten van verering. Zo zijn er veel ikonen te vinden van Johannes de Voorloper, ook zijn er veel feestdagen aan hem gewijd; ná Moeder Gods is hij één van de belangrijkste heiligen die sinds de dertiende eeuw op Byzantijnse ikonen afgebeeld wordt. Vaak als engel, voorzien van machtige vleugels, verwijzend naar het woord angelos (grieks) wat bode of voorloper betekent.

Ook zijn kluizenaarsgestalte is karakteristiek, gekenmerkt door een uitermate realistische manier van verbeelden van het menselijke lichaam en veel aandacht voor de dunne twijgachtige armen en benen en het onverzorgde haar. Soms met een tekstrol in de armen, vaak ook met een schaal of kelk met daarop zijn afgehouwen hoofd, vredig met gesloten ogen een verwijzing naar de bijl aan de wortel der bomen maar nooit met een Lam, zoals Westerse afbeeldingen tonen.

Bekend is dat Johannes de Voorloper een incarnatie is van de profeet Elia en ook dat Johannes grote waarde hechtte aan de doop, waardoor hij te plaatsen is bij de Essenen die aan het begin van onze jaartelling optraden.

Een Byzantijnse heilige die eveneens werd afgebeeld in een uitgemergelde, bijna skeletachtige gestalte en eveneens onverzorgd haar is Maria van Egypte. Haar huid is zwartgeblakerd door haar jarenlange verblijf in de woestijn door de zon en zij schijnt haren te hebben 'wit als wol' en zou over water hebben kunnen lopen. De meest indringende portretten zijn te zien op Cyprus waar de twaalfde eeuwse fresco's deze ascetische heilige als volwaardige tegenhanger van de mannelijke asceten op gelijke manier afgebeeld werd in realistische stijl. Deze stijl is vergelijkbaar met de Florentijnse beeldhouwer Donatello (1386-1466) en zijn sculpturen van deze heiligen. Aangezien Donatello bekend was met de Byzantijnse schilderkunst, werd zijn late stijl hier mogelijk door beïnvloed.

De asceet Johannes en de tranende Magdalena zijn vooral in het Westen populair geworden. Waar de nadruk in het Westen vooral lag  en ligt bij het lijden en de kruisdood van Christus. Is bij afbeeldingen in het oosten de goddelijke macht een centraal thema. Naast de bekende Pantocrator afbeeldingen kunnen we daar de Koninklijke Maria tegenkomen. Zij is de Maria Sophia (= de Wijze Maria) Beiden spelen een grote rol in het proces van menswording en de inwijdingstadia.

De vroegste ikonen van Cyprus dateren uit de tiende eeuw en zijn, zoals gezegd, nauw verwant aan de Byzantijnse ikonen. Wellicht hebben er oudere ikonen bestaan, maar dan zijn ze vernietigd - de meest zuivere Byzantijnse stijl kon zich tot en met de twaalfde eeuw handhaven. Met de Westerse overheersing komt ook de invloed van de Westerse kunst die vooral te zien is in de versierende elementen die worden toegevoegd. De achtergrond wordt voorzien van een reliëfmotief, de aureolen opgevuld met ornamenten en ook wordt gangbaar dat de opdrachtgevers zich op de rand van de icoon laten afbeelden en is hun naam te vinden op de icoon. De signatuur van de schilder wordt opgeëist en wordt door de Westerse invloed alleen maar groter. Ook komen afbeeldingen die meer vanuit de fantasie ontstaan en niets meer met realisme te maken hebben. Kunstenaars van Cyprus verdwenen naar Venetië of naar Kreta en brachten nieuwe vaardigheden en technieken terug naar Cyprus en kerken en kloosters werden gedecoreerd in de nieuwe stijl.

Dit is de oudste nog bestaande afbeelding van de Maagd Maria in een westers manuscript; het draagt Byzantijnse kenmerken en kleuren maar is gevonden in het Book of Kells van de Abdij van Kells in Kells, County Meath in Ierland, waar het bijna de gehele middeleeuwse periode bewaard werd.




Het Book of Kells is niet alleen interessant vanwege de evangeliëntekst, maar vooral om de schitterende vroege illuminatie. Naast de bekende symbolen van de evangelisten (Matthéüs een mens. Markus een leeuw, Lukas een stier en Johannes een adelaar) treffen we grote hoeveelheden dieren aan. Vissen, katten, kippen, slangen, vogels en draken bevinden zich tussen de tekstpassages. Soms zelfs duiken ze op als verluchting binnen de miniaturen. Letters worden zo complete plaatjes. Daarnaast zijn er, zoals naast de aanvang van het Matthéüs-evangelie, paginagrote miniaturen van de Moeder Gods met het Kind. Het is christelijk-Keltische kunst, maar met oosterse invloeden en Byzantijnse trekjes in het uitbeelden van zuilen en kapitelen.

Een ikoon van de Moeder Gods is geen afbeelding, maar een venster waardoor wij haar zélf zien. Dit wordt presentia realis genoemd en komt ook uit het gedachtengoed van Plato. Tegenwoordig noemen mensen ikonen ook wel poorten naar de eeuwigheid. Een poort is bedoeld om open te doen, doorheen te gaan en ergens anders te komen.......

© Joke

Geen opmerkingen: