Het boek van Marita Mathijsen wordt omschreven als de emobiografie van Betje Wolff. Marita onderzoekt dit zelf ook aan de hand van het leven van Betje Wolff (1738 – 1804) en het schrijversduo wat zij vormde met Aagje Deken ((1741 - 1804)
Onze levensloop wordt wel onze biografie genoemd. En het verwerven van inzicht in onze levensloop wordt biografiewerk of biografiek genoemd. Het gaat dan voornamelijk over het verkennen van en inzichten opdoen over de levensloop met hulp van stadia of fasen om zo het grondpatroon van het eigen leven te leren h*erkennen.
Marita Mathijsen noemt haar boek een 'emobiografie' - de uitleg die ze hierbij geeft is dat ze niet alleen naar de levensloop, maar ook naar het gevoelsleven van Betje Wolff nieuwsgierig was. Zo bezien is de emobiografie dus ook een weerslag van de eigen gevoelens die de schrijfster ervaart bij het onderzoeken van het rijke innerlijke leven van Betje Wolff. (1738 – 1804)
Het is een interpretatie dus wat met een mooi woord: emobiografie wordt genoemd.
Wie onderzoek doet naar het leven van Elisabeth Bekker (soms ook met een z geschreven) zonder inzicht van de wetmatigheden van de levensloop (die voor iedereen dezelfde zijn) kom je vaak ook ergens anders uit. Dat is interessant, ook al begint elk leven met dit soort zinnen: Geboren (1738) en getogen als jongste dochter in een hogere middenklasse ondernemersgezin (“handel in voornamelijk tabak”) in het streng Christelijke Zeeuwse Vlissingen......Tenger en met een broze gezondheid. Haar moeder, met wie ze de belangstelling voor de alfa kant van het leven (theater, kunst, literatuur) deelde, overlijdt als Betje 14 jaar is.
Deze zinnen vormen de basis van een boek over Betje Wolff, de grote achttiende-eeuwse schrijfster die gevolgd wordt in haar emotionele ontwikkeling.
De titel van het boek geeft aan dat Marita tijdens het onderzoek van het leven van Betje Wolff komt op de gedachte dat Betje een 'vrije geest' was. Ze zag dat Betje de kerk durfde aan te vallen, er feministische ideeën op nahield en haar leven vulde met vriendschappen en natuurlijk met Aagje Deken. Aagje en Betje een schrijversduo.
Marita Mathijsen (1944) is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, met een specialisatie in de negentiende-eeuwse letterkunde. Haar werk werd bekroond met de Multatuliprijs en de Prins Bernhard Fondsprijs voor de Geesteswetenschappen.
Haar motivatie is dat er nu veel meer bekend is over de positie van vrouwen in de achttiende eeuw. Daarom noemt zij haar biografie ook een emobiografie en wil zij het werk van Betje Wolff verbinden met haar leven en zo de felheid laten zien van haar onbevreesde aanpak van alles wat haar niet beviel. Betje Wolff was een uitzonderlijke vrouw met vrijzinnige ideeën, denk ook aan haar afkeer van slavernij.
een literaire wandeling of Voetstappen op de weg van Betje Wolff in Vlissingen
Na het lezen van het boek en op internet over wie Marita eigenlijk is en wat zij beoogde zijn Bart en ik naar Vlissingen gereden. Daar komen we vaker en weten dus de weg in Vlissingen. Vanuit de parkeergarage is het logisch om naar de fontein te lopen.
Natuurlijk ligt de start op het Bellamypark waar de fontein haar beeltenis verder draagt.
Daarna hebben we stappen gezet in Vlissingen langs de voetsporen van Betje Wolff.
Vanaf het Bellamypark kun je lopen naar de omgeving waar Betje is geboren en gewoond heeft. Het huis is niet meer, het uitzicht vanzelf wel maar meer van deze tijd. De naam van Betje in haar Vlissingse jaren is natuurlijk niet Betje Wolf maar (Elisabeth) Betje Bekker. Over haar contacten in Vlissingen lezen we niet veel in het boek, die zullen talrijk geweest zijn. Ik mijmer erover zittende op het bankje van het Bellamypark met een ijsje.
Het Bellamypark was vroeger de binnenhaven van Vlissingen, dat heeft zij gekend en ik stel me zo voor dat het in dat woongebied met veel wateren ook behoorlijk winderig kan zijn geweest. Dat is het nu al vaak en zal meer geweest zijn zonder al die hoogbouw en meer wateren in de woonwijk.
Bellamy was in November 1757 in Vlissingen geboren en dus bijna twintig jaar jonger dan Betje. Zijn uitheemse naam heeft hij van zijn Zwitserse vader, zijn moeder Sara Hoefnagel was een Zeeuwse. Betje Wolff en Bellamy kenden elkaar en hebben lang via een briefuitwisseling contact gehouden. Zij liggen aan de basis van het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen.
De Vlissingse schrijvers/dichters Betje Wolff en Jacobus Bellamy behoorden in de 18e eeuw tot de top van de Nederlandstalige literatuur. In het boek van Marita komt dit niet voor in het verhaal. Dat is vreemd maar ook logisch omdat haar focus meer ligt bij haar relatie met Dominee Wolff en de kerk in Middenbeemster en later haar relatie met Aagje Deken.
De Vlissingse schrijvers/dichters Betje Wolff en Jacobus Bellamy behoorden in de 18e eeuw tot de top van de Nederlandstalige literatuur. In het boek van Marita komt dit niet voor in het verhaal. Dat is vreemd maar ook logisch omdat haar focus meer ligt bij haar relatie met Dominee Wolff en de kerk in Middenbeemster en later haar relatie met Aagje Deken.
Over haar Vlissingse tijd noemt ze alleen de liefdesaffaire met vaandrig Matthijs Gargon met alle roddels die daarbij horen. Dat plaatst ze in het strenge christelijke zeeuwse (vlissingen). Op zich is Betje Wolff niet opgegroeid in een streng gezin zoals vaak gedacht wordt. De familie Bekker was lid van de Nederduitse Gereformeerde kerk en uit de doopakte blijkt dat zij hun kinderen lieten dopen in de grote of st. Jacobskerk. Dat is eigenlijk vlak achter hun woonhuis. Deze kerk is stempelplek van mensen die de Camino lopen en dus te relateren aan Jacobus de Meerdere.
https://www.dbnl.org/tekst/buij001betj01_01/buij001betj01_01_0001.php het gaat om deze woorden:
24 juli: Elisabeth (‘Betje’) Bekker geboren (27 juli gedoopt) te Vlissingen als jongste kind van de bemiddelde koopman Jan Bekker en diens vrouw Johanna Boudrie, beiden lidmaat van de Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Het gezin bestond verder uit drie jongens (Laurens, Matthijs en Jan) en nog een meisje: Christina. Een eerdere dochter Elisabeth (gedoopt 16 maart 1725) was al op 11 juli 1727 overleden.
De familie woont van 1735 tot 1751 in het in 1947 gesloopte Huis met den Zonnewijzer op de Nieuwendijk, hoek Lombardstraatje (thans nr.21). Daarnaast bezaten zij een buitentje Altijd wel, gelegen aan de kleiweg van Vlissingen naar West-Souburg. Het is in de Napoleontische tijd afgebroken.
De geschiedenis van de Waalse gemeenten is ten nauwste verweven met die van de hugenoten in Frankrijk. De Waalse gemeente in Middelburg werd de eerste georganiseerde Waalse gemeente in de Nederlanden; de hugenoten in Vlissingen behoorden hier ook toe en bestond voornamelijk uit vluchtelingen die in Vlissingen de garnizoenen wilde versterken. Was de familie Gargon hier lid van?



in het MuZeeum van Vlissingen
Een bezoekje aan het Maritiem Muzeeum Zeeland in Vlissingen biedt veel inzicht in haar kijk op schepen, slavernij en vooral ook verhalen over mensen van wie het leven verbonden is met de zee. Michiel de Ruyter natuurlijk en ook het uitzicht vanuit het 17e-eeuwse torentje biedt een geweldig uitzicht over zee en stad waarbij in ons achterhoofd natuurlijk meespeelde dat Betje Wolff hier haar eerste voetsporen heeft liggen.
Het majesteitelijke huis van de handelsfamilie Lampsins stond een paar huizen verder dan haar geboortehuis vanuit beide panden kun je het Arsenaal zien en lopen naar de Boulevard wat er natuurlijk toen niet zo uitzag als tegenwoordig. Dat zei zich afzet tegen slavernij is niet moeilijk te begrijpen, ook als je door het Museum loopt of door de Jacobskerk ligt hier een ander verhaal dan gangbaar is.
Vlissingen was in de tweede helft van de achttiende eeuw de “onbetwiste hoofdstad” van de Nederlandse slavenhandel. Vrienden van ons onderzoeken dit verhaal en zien andere verbanden dan dit onderzoek: https://ninsee.nl/excuses-vlissingen-onzeker-voor-rol-in-slavernij/
In de Jacobskerk vind je veel eenhoorns in het wapen dit verwijst naar andere uitleg: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lampsins

Het is grappig dat de naam Betje Wolff zoveel bekendheid heeft gekregen. Haar naam is eigenlijk Elisabeth Bekker. Ze is een aantal jaren getrouwd geweest met Wolff en ook wordt ze vaak in een adem genoemd met Aagje Deken.
Volgens Marita ondertekent ze haar persoonlijke brieven met de naam ‘Betje’, zo noemde ze zich dus. Voor wie haar liefhad wilde ze zo heten. De naam ‘Elizabeth’ reserveerde ze voor haar officiële contacten en haar publicaties.
https://maritamathijsen.wordpress.com/2022/05/09/uit-de-kast-een-emobiografie-van-betje-wolff/
In het boek lees ik meer over het gezin Bekker:
In het Vlissingse gezin van Jan Bekker en Johanna Boudrie is het eerste kindje Elizabeth niet ouder dan 2 jaar geworden. Het kindje wat daarna geboren is overleed ook en pas elf jaar daarna werd Betje geboren op 24 juli 1738.
In het Vlissingse gezin van Jan Bekker en Johanna Boudrie is het eerste kindje Elizabeth niet ouder dan 2 jaar geworden. Het kindje wat daarna geboren is overleed ook en pas elf jaar daarna werd Betje geboren op 24 juli 1738.
In het gezin van zeven kinderen waarvan deze namen bekend zijn: Laurens, Matthijs, Jan, Christina, Willem werd Betje geboren. Haar ouders hadden tevens vijf jaren van miskramen en doodgeboren kindjes ondergaan en ook Betje was en is haar hele leven klein gebleven, zwak en met altijd ondergewicht.
Betje Wolff (1738-1804) zette dus twintig jaar lang vooral haar voetstappen in Zeeland, in Vlissingen. Haar familie bleef wonen in Vlissingen, haar zus trouwde met de apotheker waarvan ik jammer genoeg het huis niet kon vinden. Mijn voormoeder is ook een Christina Bekker, dezelfde naam maar andere familie vooralsnog.
Kijk een hoe leuk: Stadsplattegrond tijdens de jeugd van Betje Wolff omstreeks 1740
Pas in het najaar van 1758 verliet Betje Vlissingen om in de Beemster te gaan wonen, daar woonde ze van 1759 tot 1772. Verder kun je het lezen in het boek 'een vrije geest, het uitzonderlijke leven van Betje Wolff geschreven door Marita Mathijsen.
https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/14892050/dit-was-de-zeeuwse-betje-wolff-met-nieuwe-biografie-leer-je-haar-kennen-als-een-vriendin
https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/betje-wolff-1738-1804
https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Bekker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten