Met regelmaat hoor ik verhalen waarin verteld wordt dat het op reis gaan bedoeld is om herinneringen te maken. Herinneringen maak je niet. Herinneringen heb je, ze wonen in je verleden en dus in je binnenwereld die je kijk op de wereld, je ervaringen beïnvloed.
Waar het waakbewustzijn zich naar buiten richt en naar de toekomst, richt de herinnering zich tot de bron van het innerlijke leven.
Een artikel van Coen Verbraak waarin hij in gesprek was met Judith Herzberg las ik deze zinnen:
Als ik uit het raam kijk, zie ik mensen voorbijrennen. Vanaf een bepaalde leeftijd wordt er niet meer gerend, maar gelopen. Dan denk ik: dat is bij mij ook gebeurd, maar wanneer was dat? En waarom? Ik herinner me nog dat ik moeiteloos achter een tram aanrende en die dan net nog haalde. Ik die tijd dacht ik: dit kan ik altijd blijven doen. Toen ik nog huppelde heb ik dat nooit bijzonder gevonden. Maar wanneer ben ik dan precies opgehouden met huppelen?
De geruisloze overgang naar het huppelloze tijdperk, ja. En daar ben je je helemaal niet van bewust. Net als met grijs worden. (artikel van 18 maart 2022 in NRC)
Zoektocht naar herinneringen
Judith Herzberg schreef een boekje over Jo. Jo Bakx was het kindermeisje dat kort voor Herzbergs geboorte bij de familie in huis kwam. ‘De allergrootste liefde van mijn hele leven, dat weet ik nu zo langzamerhand wel zeker, was de liefde voor Jo,’ schrijft Judith Herzberg op 25 mei 2020, de dag dat ze begint met haar zoektocht naar herinneringen aan haar kinderjaren in een voor Joden steeds grimmiger wordend Amsterdam.
Aanleiding voor dit portret is ook de envelop met ‘fliedertjes’ die Jo bewaard had en later aan Herzberg heeft gegeven. De ‘fliedertjes’ houden Herzberg bezig, al kan ze er niet goed naar kijken omdat ze haar zo ontroeren.
Nu, zoveel jaren later, vraagt Herzberg zich af wat ze eigenlijk over Jo wist, en waarom had ze niet meer aan haar gevraagd.
Herinneringen maken ook verhalen en Judith Herzberg verstaat de kunst dit op te schrijven zonder dat je over haar gaat nadenken. Dat is kunst in een tijd dat de meeste mensen alles persoonlijk maken. Kom ik ga verder met haar woorden, haar taal:
Hoe noem je verhalen die geen verhalen zijn maar die de ronde doen op de manier van geruchten maar zelfs dát zijn het niet. 'Het verhaal gaat' is zoiets dat niet naar een bron verwijst, maar ook die omschrijving is weer te groot, te algemeen.
Familieverhalen verhalen, is dat misschien wat ik bedoel? Een familieverhaal verhaalt.....
In het boekje over 'Jo' schrijft Judith Herzberg over haar allergrootste liefde van haar leven. Haar liefde voor Jo in het gelijknamige boek gaat over 'Jo' - over een envelop, waarin Jo foto's en fliedertjes bewaard bleek te hebben en op een dag weer bij Judith terecht kwam. Jo leefde toen al niet meer, herinneringen moesten het werk doen. Jo in Boxtel is niet haar moeder, haar eigenlijke moeder is een andere moeder dan de buikmoeder.
Waar was je?waar bleef je?
daar ben je dan eindelijk weer.
Je kunt een boekje vol schrijven en toch deze wonderschone zinnen er tussen laten zijn: 'Hoe meer ik probeer mijn gedachten op vroeger te richten, hoe meer ik betreur niet beter te hebben opgelet, en vooral, niet veel meer gevraagd te hebben'
De voorkant van het boekje ziet er zo uit en als je het opent krijg je in prachtige zinnen een verhaal over Jo. Het is een boekje vol snippers - kindertekeningen, briefjes en familiefoto’s - die Jo door de oorlog heen bewaard heeft en aan Judith, als teken van wederzijdsheid heeft gegeven.
Haar point of view (een toneelterm) in woorden vangen is ook oefenen: hoe beschrijf je ontroering bij het bekijken van al die onooglijke snippers die zij zo duidelijk gekoesterd heeft.......
In 1991 stuurt Jo haar vanuit Brabant nog wat tastbare herinneringen. In coronatijd begint Herzberg te schrijven aan dit kleinood, waarin ook de ‘fliedertjes’, zoals Herzberg ze noemt, zijn opgenomen uit de envelop van Jo. Het is een dierbaar aandenken aan haar ‘eigenlijkste moeder’.
De ode van Judith aan Jo, die in 1934 bij de Amsterdamse familie Herzberg is komen werken is ontroerend. Haar vader Abel, en haar moeder Thea zijn druk en Jo zorgt voor Judith. In oorlogstijd, als Jo niet meer bij Joden mag werken is er toch contact gebleven. Jo begeleidt haar, heel moedig, van het ene onderduikadres naar het andere. Judiths ouders die naar Bergen-Belsen worden afgevoerd, overleven en keren terug naar Amsterdam. Net als de elfjarige Judith vanuit de onderduik, waar ze zo vaak verlangde naar Jo.
Het is een wonderschoon uitgegeven boek van De Harmonie.
Judith Frieda Lina Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934) is een Nederlands dichteres en toneelschrijfster.
Sommige gedichten zijn door Herman van Veen op muziek gezet en worden ook door Herman gezongen en/of ook door Edith Leerkes. Edith zingt 14 gedichten van Judith Herzberg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten