De stad waar Rembrandt van Rijn geboren is was aan het eind van de vijftiende eeuw het grootste van het graafschap Holland. Leiden groeide uit tot de tweede grootste stad van de Republiek, na Amsterdam.
Dat is voornamelijk dankzij de internationale lakenindustrie, Leidse wolnijverheid en de letteren. De stad was een belangrijk centrum van drukkerijen, wetenschappelijke uitgeverijen en boekhandels. Op het hoogtepunt rond 1670 woonden er ruim 60.000 mensen dicht op elkaar. Deze periode – in de 17e eeuw – wordt vaak de Gouden Eeuw genoemd.
Leiden is de Sleutelstad
De geschiedenis van Leiden bestrijkt meer dan 1200 jaar. Rond de jaartelling versmolten de oorspronkelijke bewoners met Germaanse nieuwkomers. Kort daarna arriveerden de Romeinen. De Rijn werd de grens van hun rijk. Germaanse stammen vestigden zich of trokken door, tot rond 600 n. Chr. de Franken hier heersten.
De stad ontstond als dijkdorp tegenover een kunstmatige heuvel aan de samenvloeiing van de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn. Rond het jaar 800 bestond Leiden uit drie gehuchten aan de voet van een heuvel, die samen Leithon werden genoemd waaruit wellicht de naam Leiden voortkomt.
Vanaf de elfde eeuw (of eerder) werd Leiden de hofplaats van de graven van Holland. Het ontwikkelde zich al snel tot hoofdplaats van het Rijnland. Het bouwwerk (de Burcht) bevindt zich midden in Leiden, op de plek waar de twee armen van de Rijn samenvloeien.
De Burcht is het oudste Leidse gebouw, ook daarover gaan vele verhalen rond. Onze voetsporen hebben we er gezet....en genoten van een prachtig uitzicht.
Ooit stonden er 19 windmolens op de wallen van Leiden; daarvan is alleen De Valk nog over. In 1611 werd op het Valkenburger bolwerk de standerdmolen "De Valck" gebouwd, die in 1667 plaats moest maken voor een houten stellingmolen. Zoals ik als kind dacht dat dit de molen was waar Rembrandt opgroeide, is Molen de Valk de oude korenmolen uit 1743 niet waar Rembrandt opgroeide.
Onderzoek in het Regionaal Archief in Leiden leert dat de molen van Rembrandts voorouders aan vaders kant net buiten de stad aan de Rijn stond. Op de vogelvluchtkaart van Jacob van Deventer uit 1650 kun je ’m nog zien, schrijft Onno Blom.
Op een overzicht van de stadspoorten in de 17e eeuw - Het huidige centrum van Leiden, herkenbaar aan het singelpatroon, werd in 1659 voltooid. Ook werden trekvaarten gegraven naar Delft (1637, een jaar later doorgetrokken naar Den Haag), Haarlem (1657) en Utrecht (1564).
Tegen het einde van de 16e eeuw ontwikkelde Leiden zich tot een belangrijk centrum van drukkerijen, uitgeverijen en boekhandels. (denk aan de zeven vrije kunsten....)
In de 17e eeuw kwam Leiden tot grote bloei, mede dankzij de impuls die vluchtelingen uit Vlaanderen gaven aan de textielnijverheid.
In 1705 opende de Leidse schouwburg haar deuren, de oudste nog bestaande schouwburg van Nederland. In 1865 kreeg de zaal van de Leidse Schouwburg haar huidige hoefijzervorm, geïnspireerd op de Italiaanse theaters.
Het is deze stad waar kunstenaars als Rembrandt, Jan Steen en Gerard Dou opgroeide. Veel verhalen over Rembrandt beginnen met deze zin: Rembrandt was een molenaarszoon. Het is het woord dat in de beginzin van bijna alle biografieën wordt genoemd.
In de familie van Rijn bepaalde zeker de moutmolen hun hele bestaan. De wind bepaalde al generaties lang het leven van zijn familie. Zou Rembrandt de wieken van de molen zien als de vier windrichtingen?
Rembrandt van Rijn (1606-1669) is geboren en getogen in Leiden aan de Weddesteeg. De meest bekende molen die Rembrandt schilderde was niet de molen waarbij hij opgroeide, het is wel een molen die het meest inspireert. De stand van de wieken, het kleurgebruik, de losse toets en de mystieke uitstraling spreekt velen aan.
De Weddesteeg lag binnen de middeleeuwse stadsgrenzen aan de stadswal enerzijds en aan (niet toevallig) de Rijn - op de stadswal had de familie van Rembrandt meerdere molens, ook de vader van Rembrandt was molenaar. Zet de muziek maar aan en kijk mee: https://www.youtube.com/watch?v=MJIbXr2-PSE&t=54s
Geen opmerkingen:
Een reactie posten