Pagina's

06-03-2018

Leonardo da Vinci

In de 15e en 16e eeuw vond in Europa een revolutie van het denken plaats. Geleerden uit die tijd omschreven zichzelf als humanistae.  Voor Renaissancehumanisten was de hoogst ontwikkelde cultuur tot dan toe, de Oudheid. Het woord Renaissance verwijst naar het ‘opnieuw geboren worden’ van de Oudheid na de ‘donkere’ Middeleeuwen. Leonardo da Vinci (1452-1519) is daarmee één van de herauten die de Renaissance in Europa inluidde. 
 
De Renaissance is de tijd dat het 'andere christendom' nog gekend en afgebeeld wordt, zij het dan in verborgen beelden of symboliek. De renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een periode in de Europese cultuurgeschiedenis die volgde op de middeleeuwen en begon in Italië.

Aan het einde van de middeleeuwen worden de steden in Italië gedomineerd door een beperkt aantal rijke families die de beste denkers en kunstenaars van hun tijd royaal ondersteunen om met hun werk de roem van hun families te vergroten. Kunstenaars krijgen een hoger inkomen, een hogere status, meer vrijheid en meer zelfvertrouwen. Ze ontwikkelen een kunst die zich minder laat leiden door traditie en kerkelijk gezag en meer uitgaat van de individuele mens en zijn vermogens. Niet het leven na de dood, maar de aardse werkelijkheid komt op de eerste plaats. Kunstenaars gaan vertrouwen op hun eigen waarneming en zoeken hun kennis en inzicht niet meer alleen in de bijbel en geschriften van kerkvaders en kerkleraren maar vooral ook in eigen waarneming van de natuur en studie van de literatuur uit de oudheid. De oudheid herleeft (humanisme).De manier waarop in die tijd over de rol van vrouwen werd gedacht was een erfenis van het antieke verleden. Het afbeelden van Maria Magdalena als geliefde vrouw van Jezus werd dus ook door Leonardo op verborgen wijze in zijn symbolieken doorgegeven.

Onder invloed van Neo-Platoonse ideeën zoeken beeldende kunstenaars en architecten naar evenwicht, harmonie en de ideale proporties waarvan men meent dat ze in de natuur (schepping) terug te vinden zijn. Wiskundige reeksen en verhoudingen spelen een belangrijke rol.

Renaissance

Het Italiaanse woord "rinascita" betekent "opnieuw geboren worden". Het werd door Giorgio Vasari (1511-1574) gebruikt in zijn kunstenaarsbiografieën  en hoewel Vasari het in de 16e eeuw al over 'wedergeboorte' heeft, duikt de term renaissance als aanduiding voor een cultuurperiode pas in de 19e eeuw op.  Toch is de renaissance in de eerste plaats de revolutie van kooplieden die een wereldlijke cultuur vestigden; In Florence, in Italië, kregen de gilden veel macht. Het 'popolo grasso', de leden van wat in Florence de vette gilden werden genoemd waren de wolhandelaren, de lakenhandelaren, de bankiers, de zijdewevers, de bontwerkers, de artsen en apothekers. Ook de ambachtslieden hadden zich verenigd in gilden: de zadelmakers, de slagers, de timmerlieden, de schoenmakers enzovoorts.
De contributie werd gebruikt om bij te dragen aan de bouw en versiering van de kathedraal, aan de gilde-altaren in de kerken en aan de verfraaiing van de gebouwen van het gilde zelf.

Het Franse woord 'renaissance' werd als aanduiding voor een periode uit de kunst- en cultuurgeschiedenis gebruikt vanaf de 19e eeuw. Het woord 'wedergeboorte' heeft hier dus betrekking op de wedergeboorte of herontdekking van de cultuur van de oudheid. En inderdaad, vanaf 1400 raakte de kunst doordrenkt van antieke vormen. In deze context is Leonardo da Vinci te begrijpen.

Leonardo da Vinci beschreven in de woorden van Drs. Ester de Wit

1452 - 1519

  

NB (joke) Francesco Melzi (ca. 1491 tot 1570) was een Italiaanse renaissanceschilder en de favoriete assistent en leerling van Leonardo da Vinci. Van hem zou bovenstaand portret van Leonardo zijn. 


"Wijsheid is de dochter van ervaring"

Leonardo da Vinci was een ware ‘homo universalis’. Naast schilder, tekenaar en beeldhouwer, was hij musicus, kaartenmaker, werktuigbouwkundige, ontwerper, architect en verdiepte hij zich in vakgebieden als de geologie, anatomie, astrologie en biologie. Eenvoudig is een leven met zoveel interesses niet. Net als de hedendaagse multitasker, had Da Vinci moeite met het afronden van opdrachten. Zelfs zonder nieuwe media, fragmenteerde zijn aandacht. Da Vinci leert ons dat dit geen probleem hoeft te zijn, als je maar goed blijft kijken.




                                              Mens van Vitruvius, Leonardo da Vinci (circa 1490)



Jeugd en levensloop
In 1452 wordt Leonardo net buiten Florence nabij Vinci (vandaar ‘da Vinci’) als onwettig kind geboren. Zijn vader was notaris en kon Leonardo een gedegen opvoeding geven, maar het notarisvak stond niet open voor bastaardkinderen. Al op jonge leeftijd – rond zijn 15e – stuurt zijn vader hem als leerling naar de werkplaats van kunstenaar Andrea del Verrocchio. Leonardo bleek uitzonderlijk talentvol. Hij bleef leerling tot 1477, waarna hij voor zichzelf begon.

In dienst bij de Hertog van Milan (Ludovico Sforza), breidde hij zijn werkgebied van de schilder- en beeldhouwkunst uit naar een diversiteit van andere activiteiten. Hij ontwierp wapens en toneeldecors, onderzocht kanalen, de natuur, geometrie en de sterrenhemel, verdiepte zich in mechanica en gaf advies op het gebied van architectuur. In opdracht van Sforza begon hij met het ontwerp van het grootste bronzen paard ter wereld. Hij was er zestien jaar mee bezig, maar het paard is – door politieke omstandigheden maar ook door Leonardo’s befaamde vermogen erg lang met een opdracht bezig te zijn – nooit afgerond.

In zijn werkplaats in Milan begon Leonardo met zijn anatomische onderzoeken. Deze volgens de kerk ziel-schendende activiteit, werd hem niet in dank afgenomen. Bovendien kon men lichamen destijds niet conserveren, dus moest Leonardo snel en vaak ’s nachts werken.

In 1500 vertrok hij naar Florence en werkte daar onder meer als militaire ingenieur. Na diverse opdrachten in Milan en Florence, vertrok hij in 1513 naar Rome. Hij bleef tot 1516, in dienst van Paus Leo X. In 1516 ging hij voor Koning Frans de Eerste in Frankrijk werken, waar hij ook stierf in 1519. Hij liet slechts zeventien schilderijen na.



 Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci, op een muur in Santa Maria delle Grazie in Milaan.



Bijzondere eigenschappen
Leonardo had een aantal bijzondere eigenschappen. Zo kon hij wreedheid jegens dieren niet verdragen en was hij vegetariër, een vreemd gebruik in het Italië van zijn tijd. Hij was linkshandig en schreef in spiegelschrift. Sommigen beweren dat deze manier van schrijven zijn creativiteit stimuleerde. Hij had afwijkende interesses. Anders dan concurrent Michelangelo, toonde hij weinig belangstelling voor de kerk en religie, en anders dan Dante had hij weinig op met de liefde. Slechts een ding interesseerde hem: de realiteit. 

Het liefdesleven van Leonardo is overigens een hoofdstuk apart. Op zijn vierentwintigste wordt hij gearresteerd op beschuldiging van homoseksualiteit. Hij wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, maar zijn seksuele aard zou onderwerp van aandacht blijven, zowel in zijn eigen als in later tijden. De combinatie van mogelijke homoseksualiteit en vegetarisme, samen met het onvermogen werk af te ronden, vond Freud uitermate verdacht en hij schreef er een psychoanalytische biografie over: Eine Kindheitserinnerung des Leonardo da Vinci.


Alles zelf ervaren
Leonardo was ervan overtuigd dat de gebruikelijke manier van kennisvergaring in de 15e eeuw, weinig echte kennis bood. Om de wereld te begrijpen, deed men in deze tijd van sterke geloofsijver een beroep op de bijbel en kerkelijke tradities. Gedurende de Renaissance kwam hier verandering in. Het ideaal van de teruggetrokken en contemplatieve monnik werd vervangen door het ideaal van de wereldse en actieve mens die het leven op aarde wilde begrijpen en praktisch verbeteren. Dit is terug te zien in de schilderkunst, die vaak nog religieus van aard is maar de aandacht sterker richt op de afgebeelde figuren zelf, in plaats van op hun religieuze betekenis.

Leonardo was het meest exemplarische voorbeeld van deze nieuwe, realistische en wereldse interesse. Hij wilde het object zelf leren kennen en begon – vooruitlopend op  wetenschappelijke methoden – goed te observeren, te experimenteren en bovenal hele simpele vragen te stellen. Hoe vliegt een vogel? Hoe beweegt een hand? Waarom is de lucht blauw? Waarom liggen er resten van zeedieren op een berg?

De vraag stellen is één, hem beantwoorden is iets anders, helemaal als je traditionele kennis onbevredigend vindt. Het dwong Da Vinci tot nieuwe onderzoeksmethoden, vooral goed waarnemen. Om iets van vliegen te begrijpen, tekende hij heel precies alle bewegingen van de vogel na. En om waarheidsgetrouw te tekenen, wilde hij eerst zijn object begrijpen.


Saper Vedere: ‘Weet hoe te kijken’
Leonardo onderzocht de spieren en botten van het menselijk lichaam, om het beter te kunnen afbeelden. Door systematisch, precies, herhalend en natuurgetrouw alles te tekenen en op te schrijven, probeerde hij de werkelijkheid niet door andermans, maar door eigen ogen te zien. Een belangrijk motto voor Leonardo is dan ook: Saper Vedere: ‘weet hoe te kijken’.




Hij zag overal patronen en verbindingen (tussen een waterkolk en een bloem, tussen de bloedsomloop en rivieren), hij combineerde logisch denken met schoonheid, was gefascineerd door paradoxen en onduidelijkheid, hij toetste zijn kennis aan en in de praktijk en had leefregels om niet alleen zijn geest maar ook zijn lichaam gezond en krachtig te houden.

Leonardo wilde vooral alles zelf onderzoeken en ervaren. En de zintuigen – meer specifiek de ogen – vormen zijn belangrijkste bron. Hierin week hij af van andere humanisten, die niet de zintuigen maar de rede als bron van kennis zagen. In de traditie van het humanisme zie je beide methoden terugkomen, bijvoorbeeld in de ervaringsgerichte Hume, en in de op rede gerichte Kant.

Geld verdienen
Maar met aandachtig observeren kun je geen geld verdienen. Leonardo paste zijn vaardigheden dan ook toe op meer winstgevende gebieden, met name als ontwerper, architect en bedenker van wapens en ander oorlogsmateriaal.

Zijn tijdgenoten vonden niet al zijn ideeën uitvoerbaar, en sommigen waren ronduit vreemd, zoals de fiets en b.v. de helikopter.

Naast vliegen, was water was een bijzondere interesse van Leonardo. In een tijdperk zonder elektriciteit was men aangewezen op de kracht van water als motor van beweging. Leonardo bedacht een kanon dat met behulp van stoom kon worden afgeschoten, machines aangestuurd door water en een machine die vochtigheid kon meten. Hij bedacht een kanalenplan voor Milaan, schoenen waarmee je op water kon lopen, een vest dat je drijvende hield en een onzinkbaar schip. Toegegeven, ook een arsenaal aan oorlogstuig, zoals bommen, tanks en geweren horen in het rijtje thuis, erg in trek in het altijd in oorlog verkerende Renaissance Italië.

Leonardo was in bepaalde opzichten een heel praktisch man. Hij bestudeerde de werking van stoom, de vleugels van een vogel, de spieren en botten van de menselijke voet, om een praktische taak beter uit te kunnen voeren. Maar hij was ook een theoretisch man. In plaats van de concrete vraag te beantwoorden, werd hij gegrepen door het object en begon een veel uitgebreidere studie dan nodig was voor het oorspronkelijke doel. Hij was bovendien een perfectionist en werkte traag. Efficiëntie was kortom niet zijn sterkste eigenschap.

Troost
En orde was ook niet zijn sterkste eigenschap. Voor degenen die moeite hebben met ordenen, zijn de notitieboekjes van Da Vinci een grote troost. De notities die Leonardo zijn leven lang maakte, zijn wonderlijke meesterwerken van beeld en tekst. Er zijn rond de 7000 pagina’s bewaard gebleven, een klein deel van wat hij werkelijk produceerde, naar schatting meer dan 20.000.

Wat de aantekeningen niet hebben is een systeem. Leonardo noteerde alles door elkaar: een idee, uitleg bij een tekening, afspraken, plannen, zijn avondmaal, huishoudelijke zaken en financiële uitgaven. Inhoudelijke staan de thema’s in willekeurige volgorde. Hij kon een pagina beginnen met een aantekening over de principes van astronomie of de beweging van de aarde, om verder te gaan met de wetten van het geluid en te eindigen bij suggesties over kleurgebruik. Hij schreef over de relatie tussen kunst en poëzie, om direct over te stappen naar een tekening van de ingewanden.

Voor degenen die hun communicatiestrategie en public relations niet op orde krijgen: Da Vinci had veel ideeën over concrete publicaties – hij vermeldt twintig geplande boeken – maar hij publiceerde vrijwel niets. Over zijn plannen schreef hij:

“Dit wordt een collectie zonder orde, bestaande uit verschillende pagina’s die ik hoop later op volgorde te zetten, op de juiste plek, volgens het onderwerp dat ze behandelen”. (M.C. Hall, Leonardo da Vinci, 2007)

Hij deed het niet.

Schilderijen
Leonardo liet geen beeldhouwwerken na, maar wel zo’n 17 schilderijen, waaronder De Dame met de hermelijn hiernaast afgebeeld.



 Maar ook een nogal klein schilderij, donker van kleur en op onderdelen – waaronder een wijsvinger – niet afgerond. We zien – naast een scheur in het hout – een landschap, half realistisch en half verzonnen, aan de linkerkant vreemd genoeg een stuk lager dan rechts. Een licht gesluierde, verder onbekende vrouw heeft haar rechterhand op haar linker pols gelegd en zit in een stoel. Haar benen zien we niet. Over het schilderij hangt een merkwaardige waas, iets rokerigs. Dat was Leonardo’s nieuwe techniek van over elkaar geschilderde transparante kleuren. Veel realistischer en echter dan harde lijnen, meende hij. En het landschap vervaagt in de verte. Ook iets nieuws. De meeste schilders maakten ver gelegen objecten gewoon kleiner maar Leonardo had goed gekeken en gezien dat objecten ook vaag worden. Nog iets nieuws: de persoon op het schilderij kijkt ons aan. Ze zit naar ons toe gedraaid en haar ogen staren niet zoals gebruikelijk ergens links of rechts uit het schilderij, maar in onze ogen. Ze lacht. De Mona Lisa is het bekendste schilderij ter wereld.



                                                                                Mona Lisa


Icoon
Leonardo da Vinci is een icoon geworden, en dat is eigenlijk jammer. Hij is zo bekend dat het moeilijk is om hem nog als gewoon persoon te zien. De man die beweerde dat je geen dogmatische tradities maar je eigen ervaring moet volgen, is zelf een dogmatische traditie geworden. En de man die altijd aandacht voor specifieke details had, valt nu in de algemene categorie ‘bekend en belangrijk’.

Misschien moeten we vooral iets leren van Da Vinci. Nieuwsgierigheid, aandacht, een oog voor onverwachte verbanden, creativiteit, geduld, brede belangstelling, goed kijken, experimenteren en vooral vertrouwen in je eigen vermogens tot onderzoek. Dat zelfs een homo universalis die streefde naar perfectie, verre van perfect is, kan ons realistisch houden. Maar dan wel realistisch á la da Vinci, door wiens ogen de concrete wereld een wonder wordt.

Leonardo da Vinci



© Joke  


Geen opmerkingen: